Invalshoek B: Reductie
Wanneer Inzicht (invalshoek A) is verworven in energiestromen en emissies, kunnen hieraan reductiedoelstellingen worden koppeld (invalshoek B: Reductie), gecommuniceerd (invalshoek C: Transparantie) en gezocht naar initiatieven ronde de reductie van CO₂ in de sector af daarbuiten (invalshoek D: Participatie). Invalshoek B, kan in de geest van de CO₂-Prestatieladder niet los worden gezien van de overige invalshoeken. Elk hoger niveau omvat de eisen van de lagere niveaus. Het bedrijf dient blijvend actief te zijn met actuele prestaties op de onderliggende niveaus.
Niveau 1 en 2
De mogelijkheden tot energiereductie worden onderzocht en leiden tot een concrete energiereductie ambitie, duidelijk voor iedereen.
Niveau 3 en 4
Kwantitatieve reductiedoelstellingen wodt SMART gesteld. De omvang van de doelstelling, in het licht van de uitgangssituatie, is dermate veelzeggend dat in redelijkheid van een serieuze uitdaging gesproken mag worden. In het realiseren van de doelstelling wordt het principe van continue verbeteren gehanteerd. Vanaf niveau 3 wordt rapportage en communicatie (intern én extern) inzake doelstellingen en voortgang belangrijk en maakt hiermee de link naar invalshoek C. Vanaf niveau 4 worden de reductiedoelstellingen betrokken op scope 3.
Niveau 5
Het zoeken middels analyses en het bereiken van gestelde CO₂-reductiedoelstellingen is een continu (verbeter)proces over de jaren heen, mogelijk in de vorm van aaneengeschakelde (jaar)projecten. Zodra eerder gestelde doelen zijn bereikt dienen nagedacht over nieuwe uitdagingen te worden gekozen.
Op niveau 5 wordt aangetoond dat eerder geformuleerde kwantitatieve doelstellingen worden gerealiseerd. Zodra eerder gestelde doelen bereikt worden, dienen nieuwe uitdagingen opgepakt te zijn.
De prestaties komen meer in evenwicht met de van sectorgenoten. De jaarlijkse voortgang in de prestaties blijft voor de sectorgenoten en andere belanghebbende zichtbaar (tenminste) via het internet.